De beeldhouwers

Met de komst van Dick Aerts, Amiran Djanashvili en Peter Hoogerwerf per 1 januari 2005 werd de continuïteit met actieve beeldhouwers in het atelier verzekerd. En nog wel op een kwalitatief hoog niveau en in de lijn van de figuratieve traditie welke nu eenmaal aan het atelier van Pieter d’Hont is verbonden.

V.l.n.r. Amiran Djanashvili, Peter Hoogerwerf, Dick Aerts en Sebastiaan d'Hont

V.l.n.r. Amiran Djanashvili, Peter Hoogerwerf, Dick Aerts en Sebastiaan d'Hont

Deze drie beeldhouwers beschouwen het als een groot voorrecht hun activiteiten te kunnen uitoefenen op een plek die zo geëigend is voor sculptuur. Pieter d’Hont (die zij alle drie hebben gekend) heeft deze plek zijn bestemming gegeven tijdens 50 werkzame jaren. Paulus Reinhard heeft zich beijverd om het atelier nog bekender (dan het al was) te maken bij een groot publiek.

Dick Aerts, Peter Hoogerwerf en Amiran Djanashvili willen deze traditie voortzetten, omdat zij ervan overtuigd zijn dat de schoonheid van Atelier Manenburg door een grote schare cultureel geïnteresseerde mensen genoten moet kunnen worden. De glans van deze parel is voor meer mensen bedoeld dan alleen de beeldhouwers die hier zullen werken.

Een eerste plezierige ontmoeting met de nieuwe beeldhouwers en hun werk heeft inmiddels plaatsgevonden door een kennismakingsbijeenkomst met de buurtbewoners eind januari 2005.

Welkomstwoord in Manenborg op zaterdag 29 januari 2005.

Er is nieuwe oude huisraad aangesleept
om gerieflijk te kunnen poseren.
De deur toont een koperen naamplaatje
met drie namen
Djanashvili
Hoogerwerf
en Aerts.
beeldhouwers.
Eén bolwerk verderop kijken ze naar
andere beelden.
Verre sterren en de zon of er nog een vlekje
op zit. Vlekkeloos zal het hier ook niet zijn.
Maar aan uitbeelding zat het niet ontbreken.
Geen supernova zal hier ontdekt worden.
Aan zwarte gaten hebben wij geen behoefte.
De massa waar men aan werkt wordt wel
in positie gebracht. Aards wordt er geknoeid met klei.
Af en toe een opening onder het licht van Manenborg.
In de beeldenstorm van de virtuele werkelijkheid
zitten wij tegenwoordig een groot deel van de dag
achter een beeldscherm. De spiegelbeelden zijn allang
geen evenbeelden meer. We kennen immers nog de beeldtaal
van Lucebert: Schoonheid heeft zijn gezicht verbrand.
We kunnen ons inbeelden op weg te zijn naar schone paradijzen
maar dat blijken soms waan beelden te zijn.
We moeten blijkbaar altijd oppassen als we ons beeldige
voorstellingen maken, dat we ons iets te veel gaan verbeelden.
De beeldhouwers zijn vandaag zelf in beeld.
Ik hoop dat ze ons de komende tijd vervoeren
naar een andere wereld een andere werkelijkheid.
Dat is mooi en reden genoeg om daar
een glas op te heffen.

Willem van Willigenburg